Betekenis van:
potloden

potlood (het ~ | meervoud potloden)
Zelfstandig naamwoord
  • staafje hout met grafiet om te schrijven
"met een potlood tekenen/schrijven"
"een potlood slijpen"

Synoniemen

Hyperoniemen


Voorbeeldzinnen

  1. Hij had een paar potloden moeten kopen.
  2. Hij heeft twee potloden; het ene is lang en het andere kort.
  3. Hij heeft twee potloden. De ene is lang en de andere is kort.
  4. potloden
  5. Potloden
  6. Potloden
  7. Stiften voor potloden of vulpotloden
  8. stiften voor potloden of voor vulpotloden
  9. plankjes bestemd voor de vervaardiging van potloden [11]
  10. Pennen, potloden, vulpennen, balpennen, viltstiften, inkt, vlakgom, puntenslijpers enz.
  11. CPA 32.99.15: Potloden, griffels, potloodstiften, pastellen, tekenkool, schrijf- en tekenkrijt en kleermakerskrijt
  12. Potloden (andere dan die bedoeld bij post 9608), griffels, potloodstiften, pastellen, tekenkool, schrijf- en tekenkrijt, en kleermakerskrijt
  13. artikelen bedoeld bij hoofdstuk 96 (bijvoorbeeld pijpen en delen daarvan, knopen, potloden), andere dan borstelhouten en stelen van hout voor artikelen bedoeld bij post 9603;
  14. hout van Libocedrus decurrens Torr. indien aangetoond kan worden dat het hout door middel van een warmtebehandeling met een temperatuur van ten minste 82 °C gedurende een periode van 7 tot 8 dagen bewerkt of tot potloden verwerkt is,