Betekenis van:
predikaat

predikaat (het ~ | meervoud predikaten)
Zelfstandig naamwoord
  • titel als onderscheiding; eretitel
"het predikaat van..."
"een predikaat krijgen"

Synoniemen

Hyperoniemen

Hyponiemen

predikaat (het ~ | meervoud predikaten)
Zelfstandig naamwoord
  • predikaat v.h. subject bij ontleding; gezegde in een zin

Synoniemen

Hyperoniemen


Voorbeeldzinnen

  1. Wijn met een bepaald predikaat — naargelang van de selectie van de druiven of de ingedroogde druiven — die is bereid uit druiven die voor tenminste 30 % door Botrytis cinerea P. (edelrot) zijn aangetast.
  2. Oorsprongsbenaming voor rode kwaliteitswijn en wijn met predikaat van het wijndruivenras „Blauer Spätburgunder” uit de gebieden Altschweier, Bühl, Eisental en Neusatz in de stad Bühl, Bühlertal, en uit het gebied Neuweier in de stad Baden-Baden.
  3. (Spätlese): kwaliteitswijn met speciaal predikaat waarvan het mostgewicht, naargelang van het wijndruivenras en het gebied, tussen 76 en 95 graden Öchsle ligt; de druiven moeten laat worden geoogst en volledig rijp zijn; Spätlese-wijnen hebben een intense smaak (niet noodzakelijk zoet);
  4. De wijn is door het controle-instituut ingedeeld als kwaliteitswijn met predikaat en voldoet aan de in de speciale verordening vastgestelde kwaliteitseisen; de maximumopbrengst per hectare is niet overschreden; het wijndruivenras, de oorsprong en het natuurlijke suikergehalte van de druiven, het gewicht en de gezondheidstoestand worden door de functionaris van het controle-instituut gecertificeerd voordat de druiven worden verwerkt; het verbod op de verhoging van het natuurlijke alcoholvolumegehalte en op de aanpassing van het gehalte aan suikerresidu wordt in acht genomen.