Betekenis van:
				
					rechts					
				
			
            rechts
Bijvoeglijk naamwoord
- politiek conservatief
 
"een rechtse partij/politiek/politicus/regering/groepering/coalitie"
"een ruk naar rechts"
Hyperoniemen
rechts
Bijvoeglijk naamwoord
- ter rechterzijde
 
"links en rechts"
"(van links) naar rechts"
rechts
Bijvoeglijk naamwoord
- tegenovergestelde van links
 
"In Nederland moet je rechts rijden."
rechts
Bijvoeglijk naamwoord
- zich van de rechterhand beter kunnende bedienen dan van de linker
 
"rechts schrijven"
Synoniemen
rechts (het ~)
Zelfstandig naamwoord
- groep personen of een of meer partijen die politiek behoudend zijn
 
"naar rechts"
"van rechts komen"
Hyperoniemen
rechts (het ~)
Zelfstandig naamwoord
- aanhanger van een conservatieve partij
 
"zij hadden de steun van rechts"
Synoniemen
Hyperoniemen
Hyponiemen
Voorbeeldzinnen
- Rechts houden.
 - De bibliotheek is naar rechts.
 - Draai naar rechts aan de volgende hoek.
 - In de meeste europese landen moeten auto's rechts rijden.
 - R = rechts.
 - R rechts
 - rechts links
 - rechts beperkt
 - rechts van
 - Lidstaten met rechts wegverkeer
 - Koplichten voor rechts verkeer
 - di (links en rechts)
 - axiaal naar links of rechts.
 - Gebouwen voor rechts- of ordehandhaving
 - A Koplamp voor rechts verkeer