Betekenis van:
reeds

reeds
Bijwoord
  • al.
"Hij heeft de auto reeds gewassen."

Voorbeeldzinnen

  1. Waarom dring je aan? Ik heb reeds 'neen' gezegd!
  2. Ik zal reeds vertrokken zijn wanneer jij terug komt.
  3. Het is reeds tijd om naar huis te gaan.
  4. Reeds afgetrokken
  5. Reeds betaalde vergoeding
  6. Af: reeds betaalde voorschotten
  7. Reeds teruggevorderde steun
  8. Reeds ingenomen totaalbedrag [1]
  9. Totaal reeds terugbetaalde bedragen
  10. Reeds verleende staatssteun
  11. Reeds verrichte aanvullende onderzoeken
  12. Reeds gecertificeerde uitgaven
  13. REEDS TERUGGEVORDERDE BEDRAGEN
  14. Reeds teruggevorderde steun
  15. Af: reeds gedane tussentijdse betalingen