Betekenis van:
reeds
reeds
Bijwoord
- al.
"Hij heeft de auto reeds gewassen."
Voorbeeldzinnen
- Waarom dring je aan? Ik heb reeds 'neen' gezegd!
- Ik zal reeds vertrokken zijn wanneer jij terug komt.
- Het is reeds tijd om naar huis te gaan.
- Reeds afgetrokken
- Reeds betaalde vergoeding
- Af: reeds betaalde voorschotten
- Reeds teruggevorderde steun
- Reeds ingenomen totaalbedrag [1]
- Totaal reeds terugbetaalde bedragen
- Reeds verleende staatssteun
- Reeds verrichte aanvullende onderzoeken
- Reeds gecertificeerde uitgaven
- REEDS TERUGGEVORDERDE BEDRAGEN
- Reeds teruggevorderde steun
- Af: reeds gedane tussentijdse betalingen