Betekenis van:
regenworm

regenworm
Zelfstandig naamwoord
  • ''Lumbricidae'', een gelede borstelworm
"In natte perioden leidt een toenemende activiteit van hoge aantallen regenwormen tot negatieve veranderingen van de bodemstructuur in aardappelruggen."
regenworm (de ~ | meervoud regenwormen)
Zelfstandig naamwoord
  • gewone aardworm; pier; aardworm

Synoniemen

Hyperoniemen

Hyponiemen


Voorbeeldzinnen

  1. De regenworm wriemelde toen ik hem aanraakte.