Betekenis van:
ringvinger

ringvinger (de ~ | meervoud ringvingers)
Zelfstandig naamwoord
  • vinger naast de pink
"aan/om de ringvinger"

Synoniemen

Hyperoniemen

ringvinger
Zelfstandig naamwoord
  • vierde vinger, gelegen tussen de pink en de middelvinger, waaraan normaliter ringen worden gedragen

Voorbeeldzinnen

  1. De hand heeft vijf vingers: duim, wijsvinger, middelvinger, ringvinger en pink.
  2. middelvinger (NIST-identificatie 3 of 8) en ringvinger (NIST-identificatie 4 of 9).
  3. wijsvinger (NIST-identificatie 2 of 7) en ringvinger (NIST-identificatie 4 of 9) of
  4. Indien mogelijk moeten afdrukken worden genomen van de volgende vingers van de rechterhand of de linkerhand: de wijsvinger (NIST-identificatie 2 of 7), de middelvinger (NIST-identificatie 3 of 8), de ringvinger (NIST-identificatie 4 of 9) en de pink (NIST-identificatie 5 of 10).