Betekenis van:
rommelig

rommelig
Bijvoeglijk naamwoord
  • niet opgeruimd, met een storende mate van wanorde
"Je kamer is alleen maar rommeliger erop geworden."
rommelig
Bijvoeglijk naamwoord
  • in wanorde verkerend
"een rommelige kamer/wedstrijd"

Synoniemen