Betekenis van:
ruraal

ruraal
Bijvoeglijk naamwoord
  • landelijk; als op platteland

Synoniemen


Voorbeeldzinnen

  1. 19 % van de bevolking woont in overwegend rurale gebieden en 37 % in gebieden met een sterk ruraal karakter.
  2. De steunregeling voor de sector noten, die bij Verordening (EG) nr. 1782/2003 is ingesteld, moet de stopzetting van de notenproductie in de traditionele productiegebieden en de daarmee gepaard gaande negatieve gevolgen op milieutechnisch, ruraal, sociaal en economisch gebied voorkomen.
  3. De hiermee verbonden nadelen komen over het algemeen nog scherper tot uiting in gebieden met een overwegend ruraal karakter — hoewel het algemene beeld op EU-niveau per lidstaat aanzienlijk kan verschillen.