Betekenis van:
schelen

schelen
Werkwoord
  • een verschil maken
"Dat scheelt een slok op een borrel."
schelen
Werkwoord
  • mankeren
"wat scheelt er aan je knie?"
"wat scheelt eraan?"

Synoniemen

Hyperoniemen


Voorbeeldzinnen

  1. Kan het ons wat schelen?
  2. Wie kan dat wat schelen?
  3. Het kan me geen barst schelen.
  4. Het kan Tom niet schelen wat andere mensen denken.
  5. Het kan Tom niet schelen met wie Mary uitgaat.
  6. Ik weet dat het je niks kan schelen.
  7. Het kan me niet schelen of hij akkoord gaat of niet.
  8. Ik zou willen dat mijn cijfers me meer konden schelen, maar het lijkt erop dat ik op een gegeven moment in mijn leven besloten heb dat die niet zo belangrijk meer zouden zijn.