Betekenis van:
schipbreuk

schipbreuk (de ~ | meervoud schipbreuken)
Zelfstandig naamwoord
  • het verongelukken v.e. schip
"schipbreuk lijden"
"schipbreuk lijden"

Hyperoniemen

schipbreuk
Zelfstandig naamwoord
  • een gebeurtenis waarbij een schip zinkt of op de klippen loopt
"De Poolse vloot leed schipbreuk."
schipbreuk
Zelfstandig naamwoord
  • falen, mislukking, ondergang
"Schipbreuk van de beschaving."

Voorbeeldzinnen

  1. Vele vissersboten hebben op zee schipbreuk geleden of zijn stukgeslagen in de haven.
  2. wordt onder „scheepvaartincident” verstaan schipbreuk, kapseizen, aanvaring of stranden van het schip, explosie of brand aan boord, of defect aan het schip;
  3. De verontreiniging na de schipbreuk van de olietanker Erika kan inderdaad als buitengewone gebeurtenis in de zin van vorengenoemd artikel worden beschouwd.
  4. De in de delen A en B beschreven maatregelen zijn vastgesteld naar aanleiding van de verontreiniging door de schipbreuk van de olietanker Erika op 12 december 1999 en de hevige storm van 26 en 27 december 1999.
  5. Volgens Frankrijk zijn deze maatregelen ingesteld ter compensatie van het omzetverlies in de hele sector over het hele grondgebied door het slechte imago van gekweekte schelpdieren bij de consument na de schipbreuk van de Erika.
  6. Zij is derhalve van oordeel dat deze steunmaatregelen inderdaad alleen bedoeld waren als compensatie voor de schade als gevolg van de twee buitengewone gebeurtenissen (de storm van december 1999 en de schipbreuk van de Erika).
  7. Om een oorzakelijk verband te kunnen leggen tussen de schipbreuk van de Erika en een verontreiniging door olie, moeten meerdere analyses worden verricht die voldoende dicht bij de datum van de ramp liggen.
  8. Bij brief van 21 juni 2000 heeft Frankrijk de Commissie in kennis gesteld van de compensatiemaatregelen die het had vastgesteld ten behoeve van vissers en viskwekers die schade hadden geleden als gevolg van de olieverontreiniging door de schipbreuk van de Erika in de Golf van Gascogne op 12 december 1999 enerzijds en de uitzonderlijk hevige storm op 27 en 28 december 1999.
  9. Volgens Frankrijk zijn deze gegevens een kwantificeerbaar bewijs voor de achteruitgang van de eerste verkoop in de periode van januari tot en met juni 2000 en zijn ze tekenend, voorzover dat nog niet duidelijk was, voor de reactie van de Franse consument op de schipbreuk van de Erika.
  10. Met betrekking tot de maatregelen ten behoeve van viskwekers in de departementen van de Atlantische kust van de Finistère tot de Gironde, merkt de Commissie evenwel op dat deze bedoeld zijn als compensatie voor schade die rechtstreeks verband houdt met één van de twee gebeurtenissen van december 1999, namelijk de schipbreuk van de Erika.
  11. Deze maatregel is gericht tot twee categorieën viskwekers: die welke schade hebben geleden aan de bestanden en het exploitatiemateriaal als gevolg van de storm van december 1999 en steun voor het herstel van de bestanden hebben ontvangen enerzijds, en die welke schade hebben geleden door olieverontreiniging als gevolg van de schipbreuk van de Erika en een voorschot op de door het IOPC-fonds te betalen vergoedingen hebben ontvangen anderzijds.
  12. Uit de punten 32 tot en met 34 van de conclusies van de Europese Raad van Kopenhagen van 12 en 13 december 2002 en de verklaring van de Raad JBZ van 19 december 2002 naar aanleiding van de schipbreuk van de olietanker Prestige blijkt dat de Unie vastbesloten is alle maatregelen te nemen die nodig zijn om te voorkomen dat dergelijke schade zich nogmaals voordoet.