Betekenis van:
schoensmeer

schoensmeer (de/het ~)
Zelfstandig naamwoord
  • onderhoudsmiddel voor schoenen; onderhoudsmiddel voor schoenen

Synoniemen

Hyperoniemen


Voorbeeldzinnen

  1. Schoensmeer
  2. CPA 20.41.43: Schoensmeer, boenwas, poetsmiddelen voor carrosserieën, glas of metaal
  3. Schoensmeer, pasta's en dergelijke preparaten voor schoeisel of voor leder
  4. Schoensmeer en andere producten om schoenen te reinigen
  5. schoensmeer, pasta's en dergelijke preparaten voor schoeisel of voor leder
  6. Schoensmeer, pasta's en dergelijke preparaten voor schoeisel of voor leder
  7. Schoensmeer, boenwas, poetsmiddelen voor carrosserieën, glas of metaal, schuurpasta’s en -poeders en dergelijke preparaten (ook indien in de vorm van papier, van watten, van vilt, van gebonden textielvlies, van kunststof of rubber met celstructuur, geïmpregneerd of bedekt met deze preparaten), andere dan de was bedoeld bij post 3404
  8. watten, vilt en gebonden textielvlies, geïmpregneerd, bekleed of bedekt met stoffen of bereidingen (bijvoorbeeld parfum of cosmetische producten bedoeld bij hoofdstuk 33, zeep of detergentia bedoeld bij post 3401, schoensmeer, boenwas, poetsmiddelen of dergelijke preparaten bedoeld bij post 3405, wasverzachters bedoeld bij post 3809), waarbij de textielstof slechts als drager dient;