Betekenis van:
schuldeloos

schuldeloos
Bijvoeglijk naamwoord
  • niet schuldig

Synoniemen


Voorbeeldzinnen

  1. De staat heeft de koper van ETVA (i.c. de Bank van Piraeus) immers een garantie gegeven met de toezegging om die bank schuldeloos te stellen voor alle bedragen die uit hoofde van de ETVA-garantie aan HDW/Ferrostaal betaald dienden te worden.