Betekenis van:
scrotum

scrotum (het ~ | meervoud scrotums, scrota)
Zelfstandig naamwoord
  • scrotum; balzak; huidplooi waarin de teelballen zitten

Synoniemen

Hyperoniemen


Voorbeeldzinnen

  1. Uitsnijden en uitbenen: Lossnijden van de platte bil en de schenkel langs de natuurlijke naad en losmaken van het dijbeen; het staartbeen verwijderen. Opmaak: Zakeind met zenen en scrotum verwijderen.