Betekenis van:
sigaret

sigaret
Zelfstandig naamwoord
  • rolletje fijngekorven tabak in een omhulsel van speciaal papier, om daarin gerookt te worden
"Sigaretten zijn slecht voor de gezondheid."
sigaret (de ~ | meervoud sigaretten)
Zelfstandig naamwoord
  • in papier gerolde tabak als genotsmiddel; sigaret
"een sigaret opsteken/uitmaken"
"een sigaret rollen"

Synoniemen

Hyperoniemen

Hyponiemen


Voorbeeldzinnen

  1. Doof uw sigaret a.u.b.
  2. Tom dronk koffie terwijl Mary een sigaret rookte.
  3. een apparaat met elektronische componenten in de vorm van een sigaret;
  4. mogen in Bulgarije geproduceerde sigaretten met een teergehalte van meer dan 10 mg per sigaret niet in andere lidstaten in de handel worden gebracht;
  5. Sigaretten zijn inherent gevaarlijke producten, omdat zij warmte produceren en brandbaar materiaal bevatten dat over de gehele lengte van de sigaret blijft branden, wanneer zij wordt aangestoken.
  6. mogen in Bulgarije geproduceerde sigaretten met een teergehalte van meer dan 10 mg per sigaret niet in andere lidstaten in de handel worden gebracht;
  7. Voor de toepassing van artikel 4 van Richtlijn 2001/95/EG is de veiligheidseis als volgt: niet meer dan 25 % van een te testen partij sigarettenmonsters brandt over de gehele lengte van de sigaret op.
  8. In het belang van een uniforme en billijke belastingheffing moet de definitie van sigaretten, sigaren en cigarillo’s en van andere vormen van rooktabak worden aangepast zodat tabaksrolletjes die op grond van hun lengte als twee of meer sigaretten beschouwd kunnen worden, voor accijnsdoeleinden worden behandeld als twee of meer sigaretten. Een sigaarsoort die in veel opzichten lijkt op een sigaret wordt voor accijnsdoeleinden beschouwd als een sigaret; rooktabak die in veel opzichten lijkt op tabak van fijne snede die bedoeld is voor het rollen van sigaretten, wordt voor accijnsdoeleinden als tabak van fijne snede beschouwd; en tabaksafval wordt duidelijk gedefinieerd.