Betekenis van:
sinds
sinds
Voorzetsel
- sedert, vanaf het moment dat
"Hij is sinds vorige week in Rome."
sinds
Voegwoord
- vanaf het moment dat
"Hij is sinds hij vorige week naar Rome vertrok hier niet meer gezien."
Voorbeeldzinnen
- Ik woon hier sinds 1990.
- Zijn gezondheid is verslechterd sinds het ongeluk.
- Ik heb sinds dagen niet gegeten.
- Mijn broer is ziek sinds gisteren.
- Ik studeer sinds tien maanden in China.
- Sinds vanmorgen heb ik drie boeken gelezen.
- Het is aan het regenen sinds dinsdag.
- Sinds 1975 kent Spanje een democratie.
- Ik woon sinds gisteren in Kobe.
- Tien jaar zijn verstreken sinds zijn dood.
- Ik ken John al sinds 1976.
- Dit is de droogste juni sinds de jaren dertig.
- Tom woont al in New York sinds hij klein was.
- Ik ken haar sinds dat ze een klein meisje was.
- Sinds die dag zal hij me nooit meer groeten.