Betekenis van:
slippen

slippen
Werkwoord
  • wegglijden
"Het ijsblokje slipte uit zijn hand."
slippen
Werkwoord
  • door gladheid over de weg schuiven
"De auto slipte over de weg."

Werkwoord


Voorbeeldzinnen

  1. De door de vervorming en/of het slippen van de verankering geabsorbeerde energie wordt niet in aanmerking genomen.