Betekenis van:
smeuïg

smeuïg
Bijvoeglijk naamwoord
  • smijdig, buigzaam
"Hoe smeuïger het leer is, des te duurder is de handtas."
smeuïg
Bijvoeglijk naamwoord
  • (van voedsel) dikvloeibaar, smeerbaar.
"Zo'n boterham met wat smeuïge kaas erop is altijd lekker."
smeuïg
Bijvoeglijk naamwoord
  • (van taalgebruik) plastisch, vol kenmerkende wendingen met als doel leuk en interessant te klinken.
"Smeuïg taalgebruik wordt niet door iedereen op prijs gesteld."
smeuïg
Bijvoeglijk naamwoord
  • smeuïg; smakelijk
"een smeuïg verhaal"
"iets smeuïg vertellen"

Synoniemen

Hyperoniemen

smeuïg
Bijvoeglijk naamwoord
  • vettig en romig
"lekker smeuïg"
"smeuïge pindakaas"

Synoniemen

Hyperoniemen


Voorbeeldzinnen

  1. De kaas is smeuïg en vet, homogeen en roomkleurig.
  2. De kaas is soepel, smeuïg en smelt op de tong; zijn textuur is fijn met een lichte roomsmaak.