Betekenis van:
spreuk

spreuk (de ~ | meervoud spreuken)
Zelfstandig naamwoord
  • vaste zin met wijsheid; spreuk
"een spreuk uit [de bijbel]"

Synoniemen

Hyperoniemen

Hyponiemen

spreuk
Zelfstandig naamwoord
  • een korte kernachtige uitspraak
"Zijn spreuken genieten grote bekendheid."
spreuk
Zelfstandig naamwoord
  • korte spreuk; korte spreuk die een streven uitdrukt

Synoniemen

Hyperoniemen


Voorbeeldzinnen

  1. (Spreek) over de doden slechts op goede/heuse wijze" (toegeschreven aan Chilon; de Nederlandse spreuk "Over de doden niets dan goeds