Betekenis van:
stamelen

stamelen
Werkwoord
  • onsamenhangend en onzeker spreken
""maar,..maar,hoe..hoe kan dat?" stamelde hij geschokt."
stamelen
Werkwoord
  • een spraakgebrek vertonen dat zich uit in snelle herhaling van beginklanken
"stamelen dat [het niet meer voor zal komen]"
"een excuus/antwoord/verweer stamelen"

Synoniemen

Hyperoniemen

Werkwoord