Betekenis van:
statief

statief (het ~ | meervoud statieven)
Zelfstandig naamwoord
  • standaard voor een camera; statief met drie poten
"op statief"

Synoniemen

Hyperoniemen

Hyponiemen

statief
Zelfstandig naamwoord
  • een stabiel onderstel voor een camera, kijker of een ander (optisch) instrument, veelal in draagbare uitvoering met één of drie inklapbare of inschuifbare poten
"Te koop: een verrijdbaar statief voor studiogebruik."

Voorbeeldzinnen

  1. Tom heeft een fototoestel en een statief gekocht.
  2. Liniaal, statief en klem
  3. een statief (voor het apparaat).
  4. Gasbrander met statief en klem
  5. De gasbrander wordt stevig op een vlak, horizontaal oppervlak geplaatst of met een klem op een statief vastgezet.
  6. De liniaal wordt vlak achter het horlogeglas aangebracht en in verticale positie gehouden door middel van een statief en een klem.
  7. de auditieve omgeving van de stuurhut, met inbegrip van een ononderbroken opname van de geluidssignalen welke worden ontvangen van elke in gebruik zijnde, aan een galg of statief bevestigde of in een masker gemonteerde microfoon;
  8. De exploitant voert geen VFR-vluchten bij dag uit tenzij het vliegtuig is uitgerust met een koptelefoon met statief- of galgmicrofoon of equivalent voor elk in de cockpit dienstdoend lid van het cockpitpersoneel.
  9. de auditieve omgeving van de stuurhut, met inbegrip van, voor zover mogelijk, een ononderbroken opname van de geluidssignalen welke worden ontvangen van elke in gebruik zijnde, aan een galg of statief bevestigde of in een masker gemonteerde microfoon;
  10. de auditieve omgeving van de stuurhut, met inbegrip van, voor zover mogelijk, een ononderbroken opname van de geluidssignalen welke worden ontvangen van elke in gebruik zijnde, aan een galg of statief bevestigde of in een masker gemonteerde microfoon;
  11. De exploitant voert geen VFR-vluchten bij dag uit tenzij het vliegtuig is uitgerust met een koptelefoon met statief- of galgmicrofoon of equivalent voor elk in de cockpit dienstdoend lid van het cockpitpersoneel.
  12. De kolom van het statief wordt voorzien van een hendel/pedaal waarmee de elektrische straler langzaam kan worden opgetild, alsmede van een greep om de straler weer in zijn normale positie te brengen.
  13. de auditieve omgeving van de stuurhut, met inbegrip van een ononderbroken opname van de geluidssignalen welke worden ontvangen van elke in gebruik zijnde, aan een galg of statief bevestigde of in een masker gemonteerde microfoon;
  14. De exploitant voert geen IFR- of nachtvluchten uit tenzij het vliegtuig is uitgerust met een koptelefoon met statief- of galgmicrofoon of equivalent voor elk in de cockpit dienstdoend lid van het cockpitpersoneel en een zendknop op het stuur van elke voorgeschreven piloot.