Betekenis van:
telkens

telkens
Bijwoord
  • elke keer
"Telkens als je dit plein oversteekt, word je door al die verkopers aangesproken."
telkens
Bijwoord
  • steeds
"Hij moet telkens hoesten."

Voorbeeldzinnen

  1. Hij verrast mij telkens weer.
  2. Hij onderbrak de spreker telkens met vragen.
  3. Telkens hij hier komt, bestelt hij hetzelfde gerecht.
  4. Gebruik telkens nieuwe wielen.
  5. De meettijd bedraagt telkens 2 minuten.
  6. Deze kan daarna telkens met tien jaar worden verlengd.
  7. De installaties zijn geen serieproducten en waren telkens vernieuwend.
  8. Neem twee series van telkens vijf maatkolven van 25 ml.
  9. het echtheidscertificaat telkens voor de toegewezen hoeveelheid wordt geviseerd;
  10. Andere opleidingsactiviteiten vinden plaats telkens als het bestuur daartoe besluit.
  11. De MRL's van bestrijdingsmiddelen moeten telkens opnieuw worden bezien.
  12. Aanbevolen wordt om telkens ten minste drie verdunningen te meten.
  13. Doe in de volgende vijf microvaatjes telkens een decimale verdunning.
  14. Er zullen telkens niet meer dan drie deskundigen aan deelnemen.
  15. Telkens wanneer wordt overgeladen, wordt een aangifte van overlading ingevuld.