Betekenis van:
testament

testament (het ~ | meervoud testamenten)
Zelfstandig naamwoord
  • deel v.d. bijbel; bijbel; Oude en Nieuwe Testament
"het Oude/Nieuwe Testament"

Synoniemen

Hyperoniemen

Hyponiemen

testament (het ~ | meervoud testamenten)
Zelfstandig naamwoord
  • figuurlijke nalatenschap
"zijn wetenschappelijk/muzikaal/politiek testament"

Hyperoniemen

testament (het ~ | meervoud testamenten)
Zelfstandig naamwoord
  • beschikking over vermogen na de dood
"zijn testament maken/opmaken"
"[goederen] bij testament vermaken"

Hyperoniemen

testament
Zelfstandig naamwoord
  • een bindende verklaring waarin een overledene voor diens dood heeft laten vastleggen wat er te doen staat met de nalatenschap
"Dit testament is onmogelijk aan te vechten."
testament
Zelfstandig naamwoord
  • één van de twee boekdelen van de bijbel
"De bijbel kent het oude en het nieuwe testament."

Voorbeeldzinnen

  1. Hij stierf zonder een testament opgesteld te hebben.
  2. Wat betreft de vraag of De Tomaso een KMO is, heeft Italië nadere gegevens verstrekt over de eigendomsstructuur van de onderneming, alsmede financiële verklaringen van Alejandro SA en een uittreksel van het testament van de heer De Tomaso.