Betekenis van:
toebehoren

toebehoren
Werkwoord
  • het eigendom zijn van
"Die fiets behoort hem toe."

Voorbeeldzinnen

  1. Elektrische toebehoren
  2. ander toebehoren
  3. Toebehoren van muziekinstrumenten
  4. Toebehoren voor witte schrijfborden
  5. microtomen; delen en toebehoren
  6. Organisers en toebehoren
  7. Toebehoren voor lamineren
  8. Ovens en toebehoren
  9. Thermostatische baden en toebehoren
  10. Laboratoriumpompen en toebehoren
  11. Planborden of toebehoren
  12. Toebehoren voor spelen
  13. Bordreinigingskits of toebehoren
  14. Distributiebuizen en toebehoren
  15. Laboratoriumpipetten en toebehoren