Betekenis van:
toevallig
toevallig
Bijvoeglijk naamwoord
- accidenteel; nu en dan; toevallig
"een toevallige voorbijganger"
"toevallig in de buurt zijn"
Synoniemen
toevallig
Bijwoord
- bij toeval , niet met opzet
Voorbeeldzinnen
- Toevallig ben ik hem tegengekomen.
- Ik kwam dat restaurant toevallig tegen.
- Weet je toevallig waar ze woont?
- Geheel toevallig ontmoette ik mijn oude vriend in de luchthaven.
- We hebben haar toevallig ontmoet in het park.
- Niet lang daarna kwamen we elkaar weer toevallig tegen.
- Als Jason me toevallig belt, vertel hem dan dat ik er niet ben.
- Toevallig iemand tegenkomen wordt niet beschouwd als „samenkomen”.
- Doet een persoon een bepaalde actie vaak of slechts toevallig?
- De gevolgen van toevallig falen moeten met geschikte middelen worden beperkt.
- Het mag niet mogelijk zijn het bedienings- of afkoppelingsmechanisme in de gesloten stand onopzettelijk of toevallig te bedienen.
- In toevallig gekozen belastingstoestanden en binnen een welomschreven bedrijfstraject mogen de grenswaarden niet met meer dan met een passend percentage worden overschreden.
- nemen de nodige technische maatregelen om dergelijke gegevens te beschermen tegen onopzettelijk of niet-geautoriseerd wissen, toevallig verlies, beschadiging, verspreiding of onbevoegde raadpleging.
- Het laadplatvorm moet afneembaar zijn; de bevestiging op de trekker dient zodanig te zijn dat elk gevaar voor toevallig loslaten is uitgesloten.
- Ten eerste kan een verkooptransactie slechts tot stand komen wanneer een verkoper en een koper elkaar toevallig op een bepaald moment treffen.