Betekenis van:
treinbestuurder

treinbestuurder (de ~ | meervoud treinbestuurders)
Zelfstandig naamwoord
  • bestuurder v.e. trein; machinist op een trein

Synoniemen

Hyperoniemen


Voorbeeldzinnen

  1. Handboek treinbestuurder
  2. Waakzaamheid treinbestuurder
  3. VERGUNNING VAN TREINBESTUURDER (België)
  4. de identiteit van de treinbestuurder
  5. assistent-treinbestuurder („vilces līdzekļa vadītāja (mašīnista) palīgs”),
  6. De treinbestuurder moet minstens in staat zijn:
  7. De treinbestuurder moet signalen waar kunnen nemen en de signalen moeten voor de treinbestuurder waarneembaar zijn.
  8. de treinbestuurder en de hoofdconducteur moeten verwittigd worden
  9. communicatie tussen de treinbestuurder en de treindienstleiding van de infrastructuurbeheerder.
  10. Het „Handboek treinbestuurder” moet twee aparte aspecten behandelen:
  11. De treinbestuurder moet signalen kunnen waarnemen en de signalen moeten voor de treinbestuurder waarneembaar zijn wanneer hij zich in zijn normale rijpositie bevindt.
  12. plaatsing: de treinbestuurder moet de informatie in de frontlichten kunnen lezen,
  13. plaatsing: de treinbestuurder moet de informatie in de frontlichten kunnen lezen,
  14. kennisgeving aan de treinbestuurder van de aanwezigheid en plaats van gevaarlijke goederen op de trein
  15. Het Handboek treinbestuurder moet volgens de onderstaande stappen worden opgesteld en bijgewerkt: