Betekenis van:
trekpaard

trekpaard (het ~ | meervoud trekpaarden)
Zelfstandig naamwoord
  • paard bestemd om te trekken
"een Brabants trekpaard"

Hyperoniemen

Hyponiemen

trekpaard
Zelfstandig naamwoord
  • paard dat een voertuig trekt
"Schaarbeek is de eerste Belgische gemeente die paarden inzet bij de ophaling van afval. De twee Ardense trekpaarden die de gemeente heeft aangekocht en enkele maanden heeft voorbereid op die taak, zullen voortaan ingeschakeld worden om een deel van de 800 openbare vuilnisbakken in de gemeente leeg te maken."