Betekenis van:
troeven

troef (de ~ | meervoud troeven)
Zelfstandig naamwoord
  • kleur in het kaarspel tijdens een spel
"het is er armoe troef"
"over de grote/sterke/belangrijke troef beschikken"

Synoniemen

Hyperoniemen

Werkwoord


Voorbeeldzinnen

  1. De verjonging van haar personeelsbestand, die grotendeels in 2002 werd verwezenlijkt, en het aanzienlijk aantal strategische partnerschappen zouden toekomstige technologische troeven moeten zijn.
  2. De 24/7-exploitatie van de luchthaven voldoet aan een behoefte in een geglobaliseerde logistieke keten voor goederen en is een van haar belangrijkste troeven.
  3. Concluderend kan worden gesteld dat deze partnerschappen Alstom de mogelijkheid moeten geven zijn technologische en industriële troeven uit te spelen en de financiële beperkingen waarmee Alstom op het gebied van de betrokken activiteiten te kampen heeft, moeten wegnemen [34].
  4. De keuze voor een ondernemingsverband tussen de SNCM en de CMN vloeit voort uit een door de twee ondernemingen verricht onderzoek, volgens hetwelk de continuering in de vorm van hun bestaande en vanzelfsprekende partnerschap hun de beste troeven in handen zou geven — met name wat betreft concurrentievermogen — in het kader van de aanbesteding.
  5. Dankzij de aanleg van snelwegen en nationale wegen, een hogesnelheidslijn en een regionaal spoorwegnet, maar vooral door de uitbreiding van de luchthaven van Leipzig beschikt dit logistieke knooppunt over alle troeven om zich op de lange termijn tegenover de wereldwijde concurrentie staande te houden.
  6. Het zwaartepunt Leader biedt de mogelijkheid om in het kader van een door de gemeenschap aangestuurde lokale ontwikkelingsstrategie die voortbouwt op lokale behoeften en troeven, steun te verlenen voor de drie doelstellingen samen (concurrentiekracht, milieu en kwaliteit van het bestaan/diversificatie).