Betekenis van:
trofee

trofee
Zelfstandig naamwoord
  • een voorwerp dat men krijgt na een overwinning
"Het Nederlands elftal heeft voor de vijfde keer op rij de trofee gewonnen."

Voorbeeldzinnen

  1. Indien evenwel de schedel en de hoorns de enige specimens van een dier zijn die worden uitgevoerd, dan worden genoemde delen als één trofee aangemerkt.
  2. Trofeeën. Als één trofee gelden alle daartoe in aanmerking komende delen van één dier voor zover zij samen worden uitgevoerd: zo vormen twee hoorns, de schedel, het nekvel, het rugvel, de staart en de vier poten (samen tien specimens) één trofee.
  3. Omdat de twee beste Belgische clubs normaal gesproken tegen elkaar uit komen in de finale om de Belgische voetbalbeker (mannen) en de winnaar met een trofee naar huis gaat (de beker), is deze wedstrijd ook bij diegenen die sportevenementen over het algemeen niet volgen zeer populair en vindt hij dus een bijzondere algemene weerklank in België.