Betekenis van:
truck

truck (de ~ | meervoud trucks)
Zelfstandig naamwoord
  • de voorwagen van een vrachtauto met oplegger
"een truck met oplegger/trailer"
"de goederen werden op een truck geladen"

Hyperoniemen

truck
Zelfstandig naamwoord
  • vrachtauto waarvan de aanhangwagen op een draaibaar onderstel zit
truck
Zelfstandig naamwoord
  • het zelfrijdende deel van een vrachtwagen-opleggercombinatie
truck
Zelfstandig naamwoord
  • open vrachtwagen

Voorbeeldzinnen

  1. De cursussen die nodig zijn om normale productietaken uit te voeren, zoals lancering, onderhoud en vorkheftruck, robotica en automatisering (Launch, Maintenance and Fork Lift Truck, Robotics and Automation), zullen volledig door de onderneming worden bekostigd.
  2. Evenzo zal Ford in het blok industriële vaardigheden zorg dragen voor de volledige financiering van cursussen die nodig zijn om het werk uit te voeren, zoals lancering, onderhoud en vorkheftruck, robotica en automatisering (Launch, Maintenance en Fork Lift Truck, Robotics and Automation).