Betekenis van:
uitmiddelpuntig

uitmiddelpuntig
Bijvoeglijk naamwoord
  • niet op het gebruikelijke centrum gericht
"Hij kan de respons van de ander overdreven vinden, ingehouden, pathetisch, onrecht of anderszins uitmiddelpuntig - anders dan wat hij zelf verwacht."
uitmiddelpuntig
Bijvoeglijk naamwoord
  • niet centraal; buitenissig

Synoniemen