Betekenis van:
uitnodiging

uitnodiging (de ~ | meervoud uitnodigingen)
Zelfstandig naamwoord
  • vraag iets te doen, ergens te komen; uitnodiging
"een uitnodiging versturen"
"de uitnodiging eens langs te komen"

Synoniemen

Hyperoniemen

uitnodiging
Zelfstandig naamwoord
  • een verzoek om iets bij te wonen
"Hij had uitnodigingen voor het feest aan zijn beste vrienden gestuurd."

Voorbeeldzinnen

  1. Bedankt voor de uitnodiging.
  2. Ze weigerde de uitnodiging.
  3. Heel erg bedankt voor de uitnodiging.
  4. Alle vrienden aan wie ik een uitnodiging gestuurd heb, zijn op het feest gekomen.
  5. Uitnodiging
  6. Uitnodiging tot inschrijving
  7. De uitnodiging tot inschrijving omvat:
  8. De uitnodiging tot inschrijving vermeldt ten minste:
  9. de uitnodiging tot inschrijving of onderhandeling;
  10. Uitnodiging van deskundigen van het Parlement
  11. De uitnodiging aan de gegadigden omvat:
  12.  een uitnodiging tot inschrijving of een publieke oproep aan investeerders?
  13. [Vergaderingen] De Raad vergadert op uitnodiging van de voorzitter.
  14. Als regel bevat de uitnodiging tot inschrijving ten minste:
  15. Het comité komt op uitnodiging van de voorzitter bijeen.