Betekenis van:
vaatwerk

vaatwerk (het ~)
Zelfstandig naamwoord
  • serviesgoed

Hyperoniemen


Voorbeeldzinnen

  1. Ruim a.u.b. dat vaatwerk daar op.
  2. Vaatwerk
  3. van machines voor het afwassen van vaatwerk
  4. Vaatwerk en andere huishoudelijke artikelen: van gres
  5. machines voor het afwassen van vaatwerk
  6. Vaatwerk en andere huishoudelijke artikelen: andere
  7. CPA 23.41.11: Vaatwerk, andere huishoudelijke artikelen en toiletartikelen, van porselein
  8. Vaatwerk en andere huishoudelijke artikelen: van faience of fijn aardewerk
  9. Vaatwerk en andere huishoudelijke artikelen: van gewoon aardewerk
  10. Delen van machines voor het afwassen van vaatwerk
  11. Vaatwerk, andere huishoudelijke artikelen en toiletartikelen, van porselein
  12. Machines voor het afwassen van vaatwerk, voor industrieel gebruik
  13. CPA 22.29.23: Vaatwerk, andere huishoudelijke artikelen en toiletartikelen, van kunststof
  14. losse inventaris (meubelen, keukengerei, vaatwerk, enz.) voor zover deze duidelijk sporen van gebruik vertonen.
  15. CPA 23.41.12: Vaatwerk, andere huishoudelijke artikelen en toiletartikelen, andere dan van porselein