Betekenis van:
vacuüm

vacuüm
Zelfstandig naamwoord
  • luchtledig; zonder lucht
"vacuüm zuigen"

Synoniemen

Hyperoniemen

Hyponiemen

vacuüm
Zelfstandig naamwoord
  • een materievrije ruimte

Voorbeeldzinnen

  1. De natuur verdraagt geen vacuüm
  2. D: Vacuüm
  3. Vacuüm meetinstrument
  4. Vacuüm verpakt VP
  5. "verstuiving in vacuüm";
  6. "verstuiving in vacuüm";
  7. Verbinding naar vacuüm
  8. Destillaten (aardolie), vacuüm-; stookolie
  9. Residuen (aardolie), vacuüm-, lichte; stookolie
  10. Destillaten (aardolie), aardolieresiduen vacuüm-; stookolie
  11. Residuen (aardolie), lichte vacuüm-; stookolie
  12. Destillaten (aardolie), lichte vacuüm-; stookolie
  13. Destillaten (aardolie), middelste vacuüm-; stookolie
  14. VACUÜM VERPAKKEN VAN BEPAALDE INDIVIDUELE DEELSTUKKEN
  15. Destillaten (aardolie), vacuüm- (CAS: 70592-78-8)