Betekenis van:
vastgrijpen

vastgrijpen
Werkwoord
  • iets stevig in de handen pakken
"Uzzia greep de Ark des Verbonds vast en werd op slag gedood."
vastgrijpen
Werkwoord
  • ''zich ~ aan'': zich verankeren door iets stevig beet te pakken
"Zij trachtten zich eraan vast te grijpen, maar de stroming was te sterk."

Voorbeeldzinnen

  1. Bij gereserveerde zitplaatsen zijn leuningen en handgrepen aangebracht die de passagier gemakkelijk kan vastgrijpen.
  2. Leuningen en handgrepen moeten een zodanige doorsnede hebben dat de passagiers ze gemakkelijk en stevig kunnen vastgrijpen.
  3. aan de wand of buitenwand van het voertuig is een leuning of handgreep aangebracht die de rolstoelgebruiker gemakkelijk kan vastgrijpen;
  4. aan de tegenoverliggende zijde van de rolstoelruimte is een uitschuifbare leuning (of een soortgelijke inrichting) aangebracht die het zijdelings verschuiven van de rolstoel beperkt en die de rolstoelgebruiker gemakkelijk kan vastgrijpen;
  5. Aangezien de ontharing gebeurt door middel van IPL-technologie en niet door het vastgrijpen en met de wortel uittrekken van haar met behulp van een elektromotor, kan het apparaat niet worden ingedeeld onder post 8510 als epileerapparaat met ingebouwde elektromotor (zie de GS-toelichtingen op post 8510).