Betekenis van:
verbruiksgoederen

verbruiksgoederen (de ~)
Zelfstandig naamwoord
  • verbruiksgoederen; goederen die worden verbruikt

Synoniemen

Hyperoniemen

Hyponiemen


Voorbeeldzinnen

  1. verbruiksgoederen;
  2. Testkits en verbruiksgoederen
  3. Verbruiksgoederen en specifieke uitrusting
  4. verbruiksgoederen (bijvoorbeeld stroom en helium);
  5. Kosten van gebruikte verbruiksgoederen en specifiek materieel
  6. Uitvoering van snelle tests: testkits en verbruiksgoederen
  7. Speciaal voor de vaccinatie aangeschafte verbruiksgoederen en uitrusting
  8. het gebruik van overheidsmateriaal, met uitzondering van verbruiksgoederen.
  9. transport van grondstoffen, verbruiksgoederen, materieel, producten, toevoermateriaal of brandstof;
  10. voor het afmaken gebruikte verbruiksgoederen en specifieke apparatuur;
  11. voor het doden gebruikte verbruiksgoederen en specifieke apparatuur;
  12. hoeveelheid en aard van de verbruiksgoederen die nodig zijn voor correct gebruik en onderhoud;
  13. de uitgaven in verband met het gebruik van overheidsmateriaal, met uitzondering van verbruiksgoederen;
  14. de civiele beschermingsmodule wordt voorzien van het noodzakelijke personeel en de benodigde apparatuur en verbruiksgoederen;
  15. uitgaven in verband met het gebruik van overheidsmateriaal, met name vervoermiddelen, met uitzondering van verbruiksgoederen,