Betekenis van:
verdoving

verdoving (de ~ | meervoud verdovingen)
Zelfstandig naamwoord
  • verdoving; het gevoelloos maken voor een operatie
"onder verdoving"
"uit zijn verdoving ontwaken"

Synoniemen

Hyperoniemen


Voorbeeldzinnen

  1. Ik geef je een plaatselijke verdoving.
  2. Verdoving
  3. Verdoving, pijnverlichtingsmethoden en doden.
  4. Verdoving en op humane wijze doden van de dieren
  5. Gepland gebruik van verdoving, pijnstilling en andere pijnverlichtingsmethoden.
  6. Toediening van verdoving, behalve uitsluitend voor het doden;
  7. Niet-invasieve beeldvorming bij dieren (bijv. MRI), met passende kalmering of verdoving;
  8. Wanneer een dergelijke ingreep plaatsvindt, dienen passende verdoving en pijnbestrijding te worden toegepast.
  9. de vraag of verdoving voor het dier traumatischer is dan de procedure zelf, en
  10. Bij het besluit over het gebruik van verdoving wordt onderstaande afgewogen:
  11. Procedures die zware letsels toebrengen die hevige pijn kunnen veroorzaken, worden niet zonder verdoving uitgevoerd.
  12. de vraag of verdoving onverenigbaar is met het doel van de procedure.
  13. Chirurgie onder algehele verdoving en passende pijnstilling, na de ingreep gepaard met pijn, lijden of hinder van de algemene toestand.
  14. Procedures die worden uitgevoerd onder algemene verdoving en aan het eind waarvan het dier niet meer bij bewustzijn komt, worden ingedeeld als „terminaal”.
  15. Het merken dient over het algemeen te geschieden onder verdoving om het manipuleren van de vissen te vergemakkelijken en de kans op beschadiging, letsels en stress te beperken.