Betekenis van:
vergif

vergif (het ~)
Zelfstandig naamwoord
  • stof die al in kleine dosis de levensfuncties ernstig verstoort
"vergif slikken/innemen"
"snelwerkend/dodelijk vergif"

Synoniemen

Hyperoniemen

Hyponiemen

vergif
Zelfstandig naamwoord
  • iets dat levende wezens schaadt
vergif
Zelfstandig naamwoord
  • iets dat giftig is

Voorbeeldzinnen

  1. Tom pleegde zelfmoord door vergif te drinken.
  2. Hij vergiste zich en dronk vergif.
  3. De top van de speer was gedrenkt in een dodelijk vergif.
  4. Het medicijn van de een is het vergif van de ander
  5. Fysieke voorwerpen die door de dienstverrichter aan de klant worden geleverd of die als gevolg van de dienstenactiviteit deel worden van een fysiek voorwerp, zoals bouwmaterialen of reserveonderdelen, of die worden verbruikt of ter plaatse tijdens dienstverrichtingen worden achtergelaten, zoals brandstoffen, explosieven, vuurwerk, bestrijdingsmiddelen, vergif of geneesmiddelen, vallen niet onder het begrip uitrusting.