Betekenis van:
verliefd

verliefd
Bijvoeglijk naamwoord
  • stapel
"verliefd zijn op iemand"
"verliefd kijken"
verliefd
Bijvoeglijk naamwoord
  • door sterke amoureuse gevoelens bevangen
"Zelfs de verliefdste persoon zou daardoor op slag van zijn gevoelens genezen worden."

Werkwoord


Voorbeeldzinnen

  1. Hij wordt vaak verliefd.
  2. Ik ben verliefd op jou.
  3. We zullen nooit opnieuw verliefd worden.
  4. Peter werd verliefd op het meisje.
  5. Ik was verliefd op het eerste gezicht.
  6. Joe is tot over zijn oren verliefd op dat meisje.
  7. Ze werd verliefd op de broer van haar vriend.
  8. Zelfs de goden kunnen niet tegelijk verliefd en wijs zijn