Betekenis van:
verouderd

verouderd
Bijvoeglijk naamwoord
  • in onbruik, uit de tijd geraakt
"een verouderde methode/planning"
"dit model is verouderd"

Synoniemen

verouderd
Bijvoeglijk naamwoord
  • niet meer van nu
"De verouderde auto stond defect langs de kant."

Werkwoord


Voorbeeldzinnen

  1. verouderd in het vat” („élevé en fût”)
  2. Schaalverdeling ontbreekt, is onleesbaar of verouderd.
  3. verouderd in het vat” („élevé en barrique”)
  4. verouderd in eikenhouten vaten” („élevé en fût de chêne”)
  5. verouderd in het vat” („élevé en barrique” — „barrel matured”)
  6. verouderd in het vat” („élevé en fût” — „cask matured”)
  7. De Franse autoriteiten melden dat de gebruikte lokalen voor een deel verouderd waren.
  8. De bepalingen inzake extra betalingen zijn in dat verband verouderd en moeten derhalve worden geschrapt.
  9. Deze centrales zijn niet alleen structureel duurder, maar raken technologisch ook snel verouderd.
  10. verouderd in [vermelding van de betrokken houtsoort] vaten” („élevé en fût de [vermelding van de betrokken houtsoort]”)
  11. Bijgevolg vereist het inzetten daarvan een strategie die meer anticiperend dan reactief is om te voorkomen dat het systeem reeds verouderd is voordat alle interconnecties volledig uitgevoerd zijn.
  12. maximale treksterkteverandering na 336 uur veroudering van 20 % ten opzichte van de treksterkte van het materiaal dat 24 uur is verouderd
  13. Zie punt 81, onder b), van de richtsnoeren milieusteun. [80] Deze voorwaarde geldt niet wanneer de immateriële activa in technisch opzicht verouderd zijn.
  14. Voor de aanduiding van wijn die is gegist, verouderd of gerijpt in eikenhouten vaten, mogen enkel de in bijlage X vastgestelde vermeldingen worden gebruikt.
  15. Bijgevolg vereist het inzetten daarvan een strategie die meer anticiperend dan reactief is om te voorkomen dat het systeem reeds verouderd is voordat het volledig is geïnstalleerd.