Betekenis van:
vierhoek

vierhoek (de ~ | meervoud vierhoeken)
Zelfstandig naamwoord
  • vierhoekige (wiskundige) figuur
"een regelmatige/onregelmatige/rechthoekige vierhoek"
"een gelijkzijdige/ongelijkzijdige vierhoek"

Hyperoniemen

Hyponiemen

vierhoek
Zelfstandig naamwoord
  • een geometrische tweedimensionale vorm, bestaande uit vier hoeken en derhalve ook vier zijden

Voorbeeldzinnen

  1. de projectie van het zichtbare vlak van de lichten in de richting van de referentieas ten minste 60 % beslaat van het oppervlak van de kleinste vierhoek die om de projectie van het genoemde zichtbare vlak in de richting van de referentieas kan worden beschreven; of
  2. ofwel het totale projectievlak van de afzonderlijke delen op een vlak dat raakt aan het buitenoppervlak van het doorzichtige materiaal en loodrecht staat op de referentieas beslaat niet minder dan 60 % van de kleinste vierhoek die de genoemde projectie omschrijft, ofwel de afstand tussen twee naast elkaar gelegen of elkaar rakende afzonderlijke delen bedraagt niet meer dan 15 mm wanneer deze loodrecht op de referentieas wordt gemeten.