Betekenis van:
voornáám

voornaam
Zelfstandig naamwoord
  • naam die bij de geboorte aan een persoon wordt gegeven, en die aan de familienaam voorafgaat.
voornaam
Bijvoeglijk naamwoord
  • van hoog aanzien in een gemeenschap.
"Hij was een voornaam man."
voornaam
Bijvoeglijk naamwoord
  • van groter belang dan het meeste.
"De voornaamste reden daarvoor was dat hij te weinig tijd ervoor had."