Betekenis van:
vormleer

vormleer (de ~)
Zelfstandig naamwoord
  • leer v.d. opbouw van zaken; leer v.d. vorm en bouw van organismen

Synoniemen

Hyperoniemen

Hyponiemen

vormleer
Zelfstandig naamwoord
  • leer mbt. woordvorming en -verbuiging

Synoniemen

Hyperoniemen