Betekenis van:
				
					vroeg					
				
			
            vroeg
Bijvoeglijk naamwoord
- niet laat
 
"vroeg naar bed gaan"
"een vroege Pasen"
vroeg
Bijvoeglijk naamwoord
- aan het begin
 
"Hij heeft het vaak over de vroege middeleeuwen."
vroeg
Bijvoeglijk naamwoord
- eerder dan verwacht
 
"Zij stierf helaas een vroege dood."
vroeg
Bijwoord
- op een tijdstip dat eerder is dan de meeste
 
"Hij is al vroeg gestorven."
Werkwoord
Voorbeeldzinnen
- Ze staat vroeg op.
 - Ik haat vroeg opstaan.
 - Wat vroeg hij je?
 - Mijn grootvader staat vroeg op.
 - Morgen sta ik vroeg op.
 - Ze vroeg mij om hulp.
 - Oude mensen worden vroeg wakker.
 - Hij vroeg mij om hulp.
 - Tom vroeg zich hetzelfde af.
 - Ik wilde niet vroeg opstaan.
 - Mijn vader staat vroeg op.
 - Hij vroeg om mijn raad.
 - Vroeg Tom ons te wachten?
 - Tom staat niet vroeg op.
 - Hij staat niet vroeg op.