Betekenis van:
wals

wals (de ~ | meervoud walsen)
Zelfstandig naamwoord
  • gladde rol om materiaal mee te vormen of te pletten
"We hebben een wals gehuurd voor de aanleg van ons terras"

Hyperoniemen

Hyponiemen

wals (de ~ | meervoud walsen)
Zelfstandig naamwoord
  • bepaalde muziek in 3/4 maat
"een wals componeren"

Hyperoniemen

wals (de ~ | meervoud walsen)
Zelfstandig naamwoord
  • bepaalde dans
"een wals dansen"
"de Engelse/Weense wals"

Hyperoniemen

wals (de ~ | meervoud walsen)
Zelfstandig naamwoord
  • gemotoriseerde pletmachine
"ergens met de wals overheen gaan"
"De wals reed over de nieuwe asfaltlaag."

Synoniemen

Hyperoniemen

wals
Zelfstandig naamwoord
  • zware rol om iets mee te pletten
wals
Zelfstandig naamwoord
  • machine om asfalt mee aan te drukken
wals
Zelfstandig naamwoord
  • muziekstuk met driekwartsmaat
wals
Zelfstandig naamwoord
  • bepaalde dans, bijvoorbeeld de Engelse wals of de Weense wals

Werkwoord


Voorbeeldzinnen

  1. wals-, afwerkings- en oppervlaktebekledingstechnieken;
  2. verdichtingsmethode (bv. soort wals, massa van de wals, aantal passages);