Betekenis van:
wanhopig

wanhopig
Bijvoeglijk naamwoord
  • vertwijfeld; wanhopig; wanhopig; wanhopig
"een wanhopig(e) poging/strijd/gevecht"
"een wanhopige toestand/situatie"

Synoniemen

wanhopig
Bijvoeglijk naamwoord
  • zonder hoop op een positieve uitkomst of althans sterk daaraan twijfelend
"Hij zag een wanhopige blik in de ogen van zijn tegenstander en schepte daaruit moed."

Voorbeeldzinnen

  1. Deze mensen zijn wanhopig en verstoken van hoop.
  2. om dagbladen met andere media zoals internet te kunnen laten concurreren, heeft de sector wanhopig behoefte aan de middelen die zij via de beide betrokken steunregelingen krijgt.