Betekenis van:
weerklinken

weerklinken
Werkwoord
  • hard en ver klinken
"door [de nacht] weerklinken"
"in huis weerklinken"

Hyperoniemen


Voorbeeldzinnen

  1. Er moet een geluidsignaal weerklinken voor de deuren beginnen te sluiten.
  2. in de bestuurderscabine een waarschuwingslamp te ontsteken of te gaan knipperen en een geluidssignaal (zoemer/claxon of gesproken melding) te weerklinken;