Betekenis van:
wegvliegen

wegvliegen
Werkwoord
  • vliegen naar
"de vogel vloog weg"

Hyperoniemen

wegvliegen
Werkwoord
  • een plaats vliegend verlaten
"Voor hij de foto kon nemen vloog de zeldzame vogel weg."
wegvliegen
Werkwoord
  • heel snel en plotseling een plaats verlaten
"Toen hij het slechte nieuws hoorde vloog hij weg."
wegvliegen
Werkwoord
  • een hoge verkoopsnelheid hebben
"Zo rond deze tijd van het jaar vliegen de boeken gewoon weg."

Voorbeeldzinnen

  1. Vloeistof of gas onder druk komt plots vrij; persoon in de nabijheid wordt geraakt; of implosie van het product doet voorwerpen wegvliegen