Betekenis van:
winnaar

winnaar (de ~ | meervoud winnaars)
Zelfstandig naamwoord
  • iemand die gewonnen heeft; winnaar in een spel of strijd; winnaar
"als winnaar uit de strijd komen"
"de grote/gedoodverfde winnaar"

Synoniemen

Hyperoniemen

winnaar
Zelfstandig naamwoord
  • degene die een strijd of wedstrijd in zijn voordeel beslist

Voorbeeldzinnen

  1. Tom is de winnaar.
  2. symbolische prijzen die in het kader van wedstrijden worden uitgereikt, met een maximumwaarde van 250 EUR per prijs en per winnaar;
  3. Wat betreft de organisatie van en de deelname aan fora voor de uitwisseling van kennis tussen bedrijven, wedstrijden, tentoonstellingen en beurzen, omvatten de subsidiabele kosten uitsluitend: de deelnamekosten, de reiskosten, de kosten van publicaties, de huur van tentoonstellingsruimten en symbolische prijzen die in het kader van wedstrijden worden uitgereikt, met een maximumwaarde van 250 EUR per prijs en per winnaar?
  4. Omdat de twee beste Belgische clubs normaal gesproken tegen elkaar uit komen in de finale om de Belgische voetbalbeker (mannen) en de winnaar met een trofee naar huis gaat (de beker), is deze wedstrijd ook bij diegenen die sportevenementen over het algemeen niet volgen zeer populair en vindt hij dus een bijzondere algemene weerklank in België.
  5. wanneer een opdracht voor diensten voortvloeit uit een prijsvraag en volgens de toepasselijke voorschriften aan de winnaar of aan een van de winnaars van die prijsvraag moet worden gegund. In dit laatste geval worden alle winnaars van de prijsvraag tot de onderhandelingen uitgenodigd;