Betekenis van:
woonwijk

woonwijk (de ~ | meervoud woonwijken)
Zelfstandig naamwoord
  • stadsgedeelte dat in de eerste plaats voor bewoning bestemd is
"een nieuwe woonwijk"
"een woonwijk in [Hengelo]"

Hyperoniemen

Hyponiemen

woonwijk
Zelfstandig naamwoord
  • een deel van een plaats dat voor het overgrote deel uit woonhuizen bestaat