Betekenis van:
zachtzinnig

zachtzinnig
Bijvoeglijk naamwoord
  • niet ruw, de dingen ontziend
"iemand zachtzinnig behandelen"
"zachtzinnig optreden/te werk gaan (in een delicate zaak)"

Hyperoniemen

zachtzinnig
Bijvoeglijk naamwoord
  • niet al te ruw, de dingen ontziend
"Hij is wel érg zachtzinnig, hoor."